De principes om kunst meer in de openbare gebouwen te integreren en het percentagedecreet bestaat sinds 1986. Maar er waren tal van knelpunten, onduidelijkheden en de percentages en bedragen waren niet meer realistisch. .. “Naargelang de aard en omvang van een project, werden verschillende percentages gehanteerd. Een nieuw systeem was dus nodig. De percentages werden evenwichtig bijgesteld er wordt nu een meer uniforme percentageregeling voorzien die duidelijk is voor alle soorten projecten. Nu kunnen echt alle domeinen dit toepassen. Ziekenhuizen en woonzorgcentra deden dit al consequent. Nu zullen ook scholen die nieuwbouw bouwen kunst integreren. Ook bij mobiliteitswerken zoals de aanleg van een brug of tunnel kan kunst worden geïntegreegd, of bij een nieuw openbaar cultuurcentrum, sport- of vrijetijdshuis.”, aldus Cathy Coudyser. Het nieuwe systeem kwam tot stand na overleg met kunstenpunt en andere organisaties en pilootprojecten die kennis sprokkelden, ervaringen opdeden en oplossingen aanreikten. Participatie was dus belangrijk.
“Procesbegeleiding is cruciaal” aldus Cathy Coudyser (N-VA). “Het is zaak om van bij de start van een project, van bij de aanbesteding, alle belanghebbenden te betrekken. Wanneer iedereen van bij het begin mee aan tafel zit, heeft de opdrachtgever voldoende tijd om met de kunstenaar en de gebruikers na te denken over de maatschappelijke meerwaarde. Het ideale kunstwerk beroert bezoekers, personeel, gebruikers, staat daarvoor op de juiste locatie, is gemaakt uit de goede materialen en biedt zelf een meerwaarde. ”
Het stopt ook niet bij de realisatie van het kunstwerk. Ook de zorg voor het kunstwerk en het onderhoud kunnen mee begeleid worden met dit decreet.
“Daar zien wij een belangrijke rol weggelegd voor de Vlaamse Bouwmeester en de cel Kunst van het Departement Cultuur, Jeugd en Media. Deze cel kan een kenniscentrum worden en alle goede praktijken, ervaringen en expertise verzamelen en delen.”
Coudyser: “Dit decreet biedt kansen om een prettige publieke ruimte te creëren en kan een wijk of buurt doen opleven. Bovendien geven we met dit decreet jonge en beloftevolle kunstenaars en nieuwe kunstvormen een duwtje in de rug. De aandacht voor kunst kan er maar wel bij varen.”