Collega Bert Maertens ondervroeg bevoegd Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters over de nieuwe aanpak. Er wordt nu een consortium opgericht, onder leiding van Alexander D’Hooghe, die deze strategische oefening inhoudelijk en procesmatig zal ondersteunen. “Met Alexander D’Hooghe hebben we iemand die tegengestelde visies en belangen met elkaar kan verzoenen en het nodige draagvlak kan creëren."
De inspanningen die al gebeurd zijn vormen uiteraard het uitgangspunt.
Er worden vier mogelijkheden voor kustbescherming ontwaard :
· Alternatief 1: De kustlijn wordt beperkt landinwaarts verschoven, met een kleiner strand tot gevolg. De zee wordt tegengehouden door een verhoging van de bestaande dijken en duinen.
· Alternatief 2: De bestaande kustlijn wordt behouden door het strand hoger en breder te maken. De zee wordt tegengehouden door verhoging van bestaande dijken en duinen of door aanvoer van zand voor de huidige dijken en duinen of een combinatie van beide.
· Alternatief 3: De kustlijn wordt beperkt verschoven richting zee. De zee wordt voornamelijk tegengehouden door een hoger en breder strand, eventueel in combinatie met verhoging van bestaande dijken en duinen.
· Alternatief 4: De kustlijn wordt volledig richting zee verschoven door in de zee een eilandenboog, al dan niet permanent afgesloten, aan te leggen die het water daar al tegenhoudt.
Op de meest kwetsbare plaatsen kan overwogen worden of een van deze oplossingen of een combinatie ervan mogelijk is. Telkens wordt rekening gehouden met de reeds bestaande functies en wordt er gekeken of dit ook nog bijkomende mogelijkheden kan bieden bvb. op vlak van aquacultuur, energiewinning, toerisme ....