Vlaams ministers van Cultuur Jan Jambon en Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele willen daar iets aan doen. Vlaams volksvertegenwoordiger Cathy Coudyser polste naar de concrete aanpak en de vooruitgang om topstukken beter te bewaren.
Analyse, monitoring en aanbevelingen voor optimale bewaaromstandigheden, ook in Brugge
Van 2020 tot begin 2023 loopt een proefproject waarbij de omstandigheden en de conditie van de topstukken geanalyseerd en gemonitord worden door het gespecialiseerd conservatiebedrijf Helicon. Elk kerkbestuur of eigenaar van het gebouw of het topstuk ontvangt daarna concrete aanbevelingen om het topstuk beter te conserveren. “Ook twee Brugse kerken nemen deel aan dit proefproject, de Onze-Lieve Vrouw ter Potterie en de Sint-Jacobskerk. Zij krijgen begin volgend jaar een goed zicht op de optimale bewaaromstandigheden van een reeks wandtapijten, mirakelenboekje en twee schilderijen.” aldus Coudyser.
Rapport toont nood aan ondersteuning en subsidies voor kleinere investeringen
Bovengenoemd proefproject leverde ook een algemeen rapport af over de noden en problemen rond de bewaaromstandigheden van topstukken in Vlaanderen. “Het proefproject heeft aangetoond dat er behoefte is aan periodieke conditiecontrole om verval van de topstukken tegen te gaan. Erfgoedbeheerders vragen ook meer duidelijkheid over de ondersteuning rond beheer en behoud van topstukken die zij van overheidsinstanties kunnen ontvangen. Zo vragen ze om ook subsidies mogelijk te maken voor kleinere investeringen die de conditie van topstukken verbeteren.” weet Coudyser.
Financiële steun om bewaaromstandigheden van topstukken te verbeteren
Vlaams minister van Cultuur lanceerde eind maart een nieuw Vlaams subsidiereglement om de bewaaromstandigheden van topstukken te verbeteren. Daarvoor maakte hij 563.0000 euro vrij binnen de middelen van het Vlaams Topstukkenfonds. “Op basis van dit subsidiereglement kunnen erfgoedbeheerders ingrepen rond lichtinval, temperatuur, stabiliteit, beveiliging, tijdelijk transport of noodopvang financieren. Een mooie stap vooruit.” besluit Coudyser.