Cathy behoudt het vertrouwen in de instelling en ziet de Taalunie als een waardevol instrument om de positie van de Nederlandse taal en cultuur zowel in Nederland en Vlaanderen als in het buitenland te behouden en te versterken. “Er zijn tal van uitdagingen die dringend moeten worden aangepakt: zoals de terugval van het aantal studenten die kiezen voor Nederlandse taalopleiding, de leesvaardigheid van onze kinderen die erop achteruitgaat, het alsmaar groter wordend aantal kinderen die thuis geen Nederlands spreken en de Nederlandse taal onvoldoende machtig zijn, taalniveau van hogeschool en universiteitsstudenten dat verslechterd is en toenemende verengelsing. De Taalunie moet zich vooral focussen op het opzetten van concrete acties en initiatieven om deze uitdagingen één voor één te verhelpen en interne strubbelingen mogen de werking niet (langer) verlammen. Als controlerend orgaan moeten we het Comité van Ministers blijven bevragen hoe de Taalunie haar inhoudelijk programma afstemt om deze uitdagingen samen met alle andere partners aan te gaan. Daartoe zijn informatiedeling en goede samenwerking tussen de vier gremia (Comité van Ministers, parlementairen, het Algemeen Secretariaat en Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren) cruciaal. Ik formuleerde tijdens de vorige IPC-vergadering enkele concrete suggesties om de informatiedoorstroming te optimaliseren. Ik hoop dat de Taalunie deze snel ter harte neemt en uitvoert.”

Onderwerpen