Een omvattende indemniteitsregeling kan de verzekeringskosten -die bij grotere tentoonstellingen (met internationale bruiklenen) sterk oplopen - in belangrijke mate beperkt worden. Op dit moment bestaat er in België/Vlaanderen - in tegenstelling tot in de meeste andere lidstaten van de Europese Unie - nog geen indemniteitsregeling.
Nog even wachten op omvattende indemniteitsregeling
“Het is nog even wachten op een omvattende indemniteitsregeling, die van toepassing zou zijn op de volledige collectie van musea. Nu is er gelukkig draagvlak gevonden voor een tijdelijk alternatief, de stockverzekering. Cathy Coudyser: “Minister Gatz wist mij te vertellen dat deze verzekering wordt gesloten voor inkomende bruiklenen voor tijdelijke tentoonstellingen. Deze bruiklenen kunnen zowel uit België, Europa als van buiten Europa komen. De verzekering geldt van “nagel tot nagel”, van “sokkel tot sokkel”, van “vitrine tot vitrine”.
Volgens de minister is het is de gangbare praktijk dat een ‘kunstwerk’ in het kader van een bruikleen verzekerd wordt van de eerste tot de laatste manipulatie (vanaf het moment dat het van de ‘nagel’ afgehaakt wordt, tot het terug aan dezelfde ‘nagel’ opgehangen wordt).
In het systeem van de stockverzekering zullen verzekeringstarieven voorzien zijn voor volgende vier categorieën: ‘hedendaagse en toegepaste kunst’, ‘historische musea’, ‘openluchttentoonstellingen’ en ‘oude meesters en moderne kunst’. Op vraag van de musea werd de minimale verzekerde waarde bepaald op 1.000.000 euro. Dit is de totale verzekerde waarde van de inkomende bruiklenen voor één bepaalde tentoonstelling. Het is de bedoeling om via het hanteren van een lage waardedrempel een maximaal aantal musea toegang te verlenen tot dit verzekeringssysteem.