8 krachtlijnen van het decreet :
- Hernieuwde aandacht voor basistaken in musea, archieven en erfgoedbibliotheken (verzamelen, bewaren, tonen, onderzoeken en informeren)
- Evenwaardige aandacht voor het roerend erfgoed (musea, archieven, erfgoedbibliotheken) als voor het immaterieel erfgoed; (processies, circus, fanfares, kantklossen, ….)
- Meer afstemming met het onroerend erfgoed. Een klooster, kerk, abdij, kasteel leeft maar als ook het meubilair, de schilderijen, het verhaal van de kasteelheer bewaard wordt, gerestaureerd is en toegankelijk gemaakt wordt voor het publiek.
- Erkenning van enkele grote erfgoedinstellingen. Ze dienen als voorbeeld voor de sector, ze krijgen extra taken die zowel landelijk als internationaal de vuurtorenfunctie van Vlaanderen opnemen. Denk aan KMSKA.
- Indeling in organisaties van landelijk belang en van regionaal belang. Het samenspel tussen steden/gemeenten, intergemeentelijke samenwerkingen en erfgoedcellen, het landelijk niveau wordt daarmee krachtiger. Zeker in de periode dat de provincies hun rol afstaan, moet gezocht worden naar goede netwerken en samenwerking.
- Naast de basistaken kunnen organisaties een dienstverlenende rol opnemen. Anderzijds ontstaan grootschaligere dienstverlenende organisaties. Hier moet het veld zich herstructureren door fusies of partnerschappen aan te gaan. (Vbn. Resonant/Firmament, Leca/Huis van Alijn, Heemkunde Vlaanderen/Familiekunde Vlaanderen) Zo wordt expertise gedeeld en goede voorbeelden omgezet voor alle organisaties.
- Meer afstemming en koppeling maken met andere beleidsdomeinen. Zo is het bewaren, conserveren van erfgoed, ook belangrijk voor toerisme. Zo is hernieuwde aandacht voor ambachten, belangrijk voor de economie, design en vakmanschap. Zo kan erfgoed een belangrijke rol spelen in het zorgen voor ouderen, dementerenden…
- Meer aandacht voor het internationaal belang van ons erfgoed. Vlaanderen staat aan de top wat betreft Vlaamse Meesters, speelt een belangrijke rol in ICOM en bij internationale netwerken van musea…
De N-VA beseft dat deze transitie niet makkelijk is voor de sector. Wij willen aandringen om het algemeen belang voorop te stellen en out-of-the box na te denken over wie welke rol het best kan opnemen. Maar de N-VA wil er wel garant voor staan dat op het einde van deze oefening de reeds lang gevraagde en terechte inhaalbeweging om meer middelen te geven aan het erfgoed ook moet beantwoord worden. Dit uiteraard binnen de mogelijkheden en de beschikbare budgettaire ruimte.