In 2013, 2014, 2015 was het budget telkens toereikend om alle aanvragen te honoreren. In 2016 werd het reglement voor de tussenkomst in de reis-en verblijfskosten echter aangepast. Daarbij werd de doelgroep in de cultureel-erfgoedsector verbreed, waardoor het aantal aanvragen in 2016 steeg.
In 2017 kwam het aangepast reglement op kruissnelheid en kreeg het meer bekendheid. Dat vertaalde zich ook in het toegenomen aantal aanvragen. Daarbij komt nog dat in 2017 het aantal aanvragen de hoogte in ging omwille van een groot gezamenlijk initiatief in samenwerking met FARO. Een grote groep musea bracht in dat kader een meerdaags werkbezoek aan instellingen in het Verenigd Koninkrijk en dienden daarna elk afzonderlijk een aanvraag in voor de tussenkomst in de reis-en verblijfskosten. Als gevolg van de vele aanvragen is het volledige jaarbudget voor 2017 halverwege het jaar reeds opgebruikt.
Het onderhouden van contacten, het opdoen van relevante ervaring en het bijwonen van vormingen is volgens Cathy een essentieel onderdeel van het uitbouwen van een toonaangevend internationaal erfgoedbeleid. Een toereikend budget is daarbij onontbeerlijk. Daarom vroeg Cathy in een parlementaire vraag aan minister Gatz of hij een groeipad voorziet in het budget voor de tussenkomsten in de reis-en verblijfskosten. De minister gaf aan dat het zijn intentie is om voor 2018 te bekijken of er extra middelen kunnen voorzien worden. Vanaf 2019 worden die middelen voorzien vanuit het nieuwe Cultureelerfgoeddecreet.