Vlaams minister van Cultuur Sven Gatz legde uit dat de continuïteit inzake de culturele samenwerking verzekerd wordt. De ministers van de Franse en Vlaamse Gemeenschap zullen elkaar op geregelde tijdstippen verder ontmoeten rond de uitvoering van het cultureel samenwerkingsakkoord. Verder blijft ook het samenwerkingsplatform dat door het samenwerkingsakkoord in het leven is geroepen, verder blijven werken.

Dat het samenwerkingsakkoord verdergezet wordt, is een positieve zaak volgens Cathy. Het is uiteraard gestoeld op goede contacten, tussen de ministers, maar ook tussen de kabinetten en de administraties die daarbij betrokken zijn. Het gaat er onder andere over hoe we projecten aan de andere kant van de taalgrens kunnen promoten en hoe we elkaar kunnen kruisbestuiven. Dat het ook over inhoudelijke dossiers gaat, toont aan dat de eigenlijke cultuur getrokken wordt vanuit de twee gemeenschappen, maar dat we wel een volwassen cultuurbeleid hebben en er over een aantal onderwerpen het best wel eens afgestemd en gecoördineerd wordt.

Wat de vergewestelijking van Cultuur betreft wees de minister erop dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest via de zesde staatservorming een aantal culturele bevoegdheden heeft gekregen. Toch zou dit in wezen niet veel veranderen. Er zou bij initiatieven in het Brussels Gewest immers steeds gekeken worden hoe Vlaanderen zich hiertegenover positioneert. Cathy plaatst hier toch enkele vraagtekens tegenover: “We weten dat er een aantal culturele bevoegdheden zijn toegekend aan het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Het hoeft niet te verbazen dat de N-VA niet achter de maximale invulling staat die vooral het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest daaraan wil geven. We pleiten voor bescheidenheid en een eerder minimale invulling. Daar moeten we waakzaam voor zijn. Wij zullen dat ook zijn.”

Onderwerpen